Klimaatregeling of airconditioning is de techniek die erin bestaat de klimaatomstandigheden (temperatuur, vochtigheidsgraad, aanwezigheid van stof enz…) in een bepaalde ruimte te wijzigen, te controleren en te regelen om het comfort te verbeteren (in kantoren, woningen) of om technische redenen (medische laboratoria, productieruimten waarin elektronische onderdelen gemaakt worden, operatiekamers, informaticazalen).
De belangrijkste karakteristieken die gewijzigd, gecontroleerd of geregeld worden zijn:
– de mate waarin de lucht in het te behandelen lokaal vervuild is : verversing door ofwel afzuiging van de lucht uit het lokaal, ofwel door de toevoer van frisse (buiten)lucht, ofwel door de gedeeltelijke vervanging van de vervuilde binnenlucht (toevoeging van een mengbak) of gewoon een stoffilter.
– de luchttemperatuur : wijziging naargelang de seizoenen (verwarming of afkoeling).
– de vochtigheidsgraad van de lucht : bevochtiging of droging.
– het stofgehalte van de lucht : behandeling door filtering van de afgezogen of toegevoerde lucht.
– continue vrijwaring van het binnenhuisklimaat (regeling).
Hoewel de verwarmings- en luchtbevochtigingstechnieken al jarenlang ingeburgerd zijn, vergen de afkoeling en de vochtverwijdering uit de lucht recentere technieken (de koelkast is een uitvinding van de 19e eeuw). Moderne systemen combineren steeds meer de verschillende functies : de omkeerbare klimaatregeling die voor afkoeling zorgt in de zomer en verwarming in de winter.